Onlangs moest minister Kaag vragen beantwoorden van Kamerleden van CU en SP. Deze wilden meer weten over de reclame-uitgaven van de staatsdeelnemingen TOTO en Holland Casino. De minister ging hier niet in detail op in, omdat deze gegevens als concurrentiegevoelig worden beschouwd. Wel gaf ze aan dat de uitgaven noodzakelijk waren geweest om een marktpositie te veroveren, maar dat de reclameboodschappen in de toekomst minder frequent zullen worden. Dat is misschien maar beter ook. Uit een onderzoek van Kantar in opdracht van minister Weerwind naar spelersvoorkeuren bleek dat 80% van de deelnemers aan de enquête tv-reclames van vergunninghouders alleen maar irritant vindt.
Naamsbekendheid TOTO en Holland Casino het hoogst
Zijn al die marketinguitgaven de moeite waard geweest? In de enquête van Kantar wist 69% van de deelnemers geen naam van een vergunninghouder te noemen. Bij degenen die dat wel konden werden de staatsdeelnemingen TOTO en Holland Casino veruit het vaakst genoemd. Dat heeft behalve het feit dat beide partijen het meest uitgaven aan tv-reclames van alle vergunninghouders volgens de onderzoekers ook te maken met het feit dat TOTO en Holland Casino ook voor 1 oktober 2021 al naamsbekendheid hadden opgebouwd. Verderop werden de deelnemers aan de enquête een beetje op weg geholpen doordat ze konden kiezen uit een lijst van vergunninghouders in ons land. In dat geval bleven de staatsbedrijven het meest genoemd worden, maar kregen ook BetCity en Unibet de nodige stemmen.
Mannen zijn royale gokkers
Opmerkelijk en moeilijker te verklaren is het feit dat vooral de jongvolwassenen van 18-23 jaar een grote voorkeur lijken te hebben om sportweddenschappen bij TOTO te plaatsen. Daarbij is het niet verbazend dat voetbal de meest populaire sport is. Nog steeds gokken mannen veel vaker op sport dan vrouwen. Dat is momenteel zelfs twee keer zo vaak. Daarbij geven mannen ook twee keer zoveel uit bij het wedden als vrouwen. De verschillen wat betreft deelname aan het gokken wat betreft opleiding en sociale klasse van deelnemers zijn niet bijzonder groot. Het bedrag dat wordt uitgegeven aan het online wedden verschilt gemiddeld wel behoorlijk. Volgens opgave in de enquête waren de inzetten van hoger opgeleiden ongeveer 4 keer zo hoog als bij lager opgeleiden.
Ontevredenheid over legalisatie
Uit de enquête kwamen nog een aantal verrassende uitkomsten. Bijna de helft van de ondervraagden was ontevreden over de legalisatie van het online gokken in ons land. Van degene die de afgelopen maanden wel eens online een gokje hadden gewaagd, had 15% meer gespeeld sinds dat ook in Nederland legaal is geworden. Een groter percentage van 23% had juist minder vaak gebruik gemaakt van die optie. In de vragenlijst werd ook aandacht besteed aan de illegale goksites die nog steeds actief zijn in ons land. Slechts een zeer kleine groep gaf aan hier nog wel eens te spelen. De reden hiervoor was dan het aanbod dat niet door vergunninghouders in de markt wordt gezet. Daarbij moet bij sportweddenschappen dan gedacht worden aan zaken als rode en gele kaarten bij het voetbal, hetgeen in Nederland verboden is voor vergunninghouders.